Het weer was goed. Zon, niet te warm en er stond een lekker windje; echt koersweer. Al van de start af hadden de 47 amateurs en 29 masters er zin in. Ze hadden ook al een tiental minuten langer moeten wachten omdat de inschrijving wat langer tijd nodig had. En toen ze eenmaal mochten, gingen ze er vol in.
Al meteen de eerste ronde sprongen drie man weg, Massimo Vanderaerden, Yarne Vrolix en Wouter Salden. Ze wisten met zijn drieën echter niet uit het zicht van de achtervolgers te verdwijnen. Die bleven op zo'n 200 meter hangen, maar door de goede samenwerking voorin konden ze niet dichterbij komen. Het peloton brokkelde uiteen in drie groepen waarvan een vijftiental de vluchters in zicht hield. De andere groepen zakten weg naar een achterstand van twee en drie minuten. 16 km voor het eind leek het erop dat de achtervolgers het voor gezien hielden. Ineens zaten ze op bijna 40 tellen. Maar er werd nog eens aangezet en een vijftal met Ruud Verbakel, Peter de Winter, Bart Gerits, Martijn Gijsbers en Kristian Michiels ondernamen een ultieme poging. Ze kwamen echter een tiental seconden te kort op de meet. Salden won de sprint van de drie vluchters, voor Vrolix en Vanderaerden.Bij de masters ontstond er in de tweede ronde een kopgroep van vier, Nick Riddy, Kurt Houben, Bert Meuwis en Kris van der Moeren. Ook hen lukte het niet verder weg te rijden dan een 200 a 300 meter. De achtervolging van acht man kon daar niet aan morrelen. Meuwis won de spurt. Zijn ploegmaat Houben werd tweede en van der Moeren derde.