Nadat er vorige week in Asten Heusden al topsnelheden werden gehaald, was het deze avond ook in Neerkant raak. Het parkoers van 4750 meter werd in net iets meer dan 6 minuten gemiddeld gerond. Dat zette de snelheidsmeter op 44 km/u bij de amateurs. De masters deden daar niet voor onder met 43,1 km/u. Het gevolg was wel weer dat ontsnappen niet echt mogelijk was.
Daan Bongers was het eerste die met een voorsprong bij de meet doorkwam. Het gat was echter slechts een kleine 70 meter. Niet genoeg. Met 28 km verreden een poging van Jarno van Lieshout en Bruce Rayer. Maar de 100 meter die ze hadden was ook niet houdbaar. Op 42 km ontstond een kopgroep van drie. Peter de Winter, Harrie van Etten en Robin Verheyden. Ze hadden 15 tellen voorsprong maar konden dat niet verder uitbouwen. Bij het luiden van de bel voor de laatste ronde werden ze, net als bij de masters, weer ingerekend. Dus werd het een massasprint. Leroy Provenzano had het meeste over. Wessel Coppelmans klopte daarachter nog nipt Robin verheyden.
Bij de masters meteen een kopgroep van vier man. Niels van Kempen, Cliff Vansummeren, Joeri Martens en Nick Riddy wisten even de rest voor te blijven, maar niet lang. Ze werden teruggehaald en meteen probeerde van Kempen weer weg te rijden. Hij had alleen 12 tellen voor op de rest. Maar ook dat kreeg geen goedkeuring van het peloton. Zo bleef het rommelen tot na 23 km vijf man een gat sloegen; Marc Janssen, Joeri Martens, Bert Meuwis, Kris van der Moeren en Ronny Denier. Edwin Raats en weer van Kempen wisten nog net de sprong te maken. Maar hoe deze groep ook samenwerkte, ze kregen niet meer dan 20 seconden. En dit liep tegen het eind nog langzaam terug ook waarna ze bij de bel werden opgeslokt door het jagende peloton. Bij de masters ook een massaprint. Kurt Houben won, Ruud Verbakel werd tweede en Bert Meuwis derde.