Nat en koud en harde wind in Bakel en dus weer een laag aantal starters bij de inschrijving. De regen viel wel mee tijdens de wedstrijd, maar enkele stevige buien hadden alles goed nat gemaakt waardoor de bij vlagen zeer sterke wind zeer koud aanvoelde. Er waren 26 starters bij de amateurs die 62,3 km moesten afleggen en 18 masters die streden over 49,8 km.
Net als vorige week lag ook nu de gemiddelde snelheid laag. De amateurs reden 41,6 km/uur en de masters 41,0. Na 25 km ontstond de eerste echte kopgroep van 5 die een 15 seconden voorsprong nam. Thomas Mertens, Jelle Schuermans, Martijn Gijsbers, Bart Gerits en Gert van Rhijn. Twee ronden van 4150 meter later sprongen Leroy Provenzano en Erwin Bakker vanuit het peloton naar de kopgroep. Mertens vile weg met een lekke band en de overgebleven 6 hielden stand op zo'n 15-25 tellen voor het peloton. In de laatste twee ronden had het peloton het wel gezien en klom de voorsprong op. Bakker won de sprint voor Schuermans en Porvenzano.
Bij de masters was het na 4 ronden dat de Belgen Bert Meuwis en Ruud Verbakel wegsprongen. Ze liepen samen steeds verder uit tot een minuut. Na 37 km wedstrijd moest Meuwis Verbakel laten gaan, maar hij streed door, leek even nog terug te komen maar kon hem niet van de overwinning afhouden. Meuwis werd tweede. De sprint van het peloton werd door Jules Bremers, winnaar in de Mortel, gewonnen en hij werd daarmee derde.